De kinderen springen op de trampoline, vol leven en vrolijkheid. Ze bouncen op en neer, het gelach en geschater overstijgt de geluiden uit de straat.
De trampoline neemt een prominente plaats in in de tuin, daar achter de vlonder, op een stukje gras van een paar meter bij een paar meter. Nou ja, gras… Die groen-bruine vlek die we ons grasveld noemen.
Eerder dit jaar groeide het gras vollop. Groen, weelderig, stevig. Het zag er fris en levendig uit. Nu lijkt het doods. Oke, laat ik eerlijk zijn, ons gras is dood.
Ik las vanochentd in de Bijbel: “De mens is als gras. Het gras verdort wanneer de adem van de Heer erover blaast.”
Dat klinkt niet echt opwekkend. Als ik zo naar ons ‘gras’ kijk. De schaterlach van onze levendige kinderen op de achtergrond, klinkt het zelfs een beetje luguber, angstaanjagend. Zie ze bewegen, op en neer gaan in de lucht boven de zwarte, verende mat. Hun woorden vullen de tuin. Hun gelach mijn hart.
De mens is als gras. Hij bloeit als een veldbloem. Het gras verdort en de bloem verwelkt.
Ja. Zelfs nu ik hier zit, kijkend naar onze kinderen besef ik dat het waar is.
Zo vaak ben ik als het gras. Het ene moment levendig. Groen, weelderig, stevig. Fris.
Het andere ogenblik zak ik in elkaar. Bruin. Doods. Sloom. Verwelkt.
Mijn emoties en gedrag veranderen voortdurend. Mijn omstandigheden zijn nooit hetzelfde. Mijn geloof zelden gelijkmatig.
Het gras verdort. De bloem valt af. Maar het woord van onze God houdt stand.
Dat in tegenstelling tot Gods woord. Ook al zijn al die beloften eeuwen geleden geschreven, ze zijn nog steeds. Hetzelfde. Beloften.
Waar. Levend. Groen. Weelderig. Stevig. Fris.
God en Zijn woord staan vast! God en zijn woord leven! Het geeft me leven!
Van de week riepen we elkaar op om te bidden. Vandaag voegen we daaraan toe: laten we Bijbelteksten bidden. Gods woord, zijn waarheid, zijn beloften terugspreken naar God.
Lang heb ik getwijfeld over geschreven gebeden. Bidden is toch praten met God? Net als in elke andere relatie? Iets vast en voorgeschreven is dan toch saai en weinig persoonlijk?
Maar ik ken mijzelf. Ik ben als gras. Ik verander continu. Als ik bid op de vlagen van mijn veranderde emoties, op de golven van mijn wisselende omstandigheden, het gebounce van mijn fluctuerende gedrag wat spreek ik dan eigenlijk? Oh, ja, ik weet dat God daar in geintereseerd is. De God van eeuwigheid, de standvastige, trouwe Vader vol betrouwbare liefde en met een onveranderlijk karakter is vol verlangen naar mij. Dat grassprietje. Wonderlijk. Onbegrijpelijk. Wat een feest!
Ik wil die God dieper leren kennen. En daarom focus ik op Zijn woord. Maak ik het me eigen door het naar Hem terug te spreken. Wat een rijkdom is er in Zijn woord. Het is onveranderlijk. Het verteld ons wie Hij is. Over al die eeuwen en jaren, over heel de wereld, elk continent zijn Zijn woorden gelezen en gebeden. Laten we ons bij hen aansluiten. Bij al die andere grassprietjes.
Wat een groene weelde!
Bid je mee?
U bent mijn God!
U maakte mij. U kun mijn leven ook nemen. Als een grassprietje.
U maakte gras. Het verdort. U maakte bloemen. Ze verwelken.
U bent de levende God!
U woord blijft. Altijd. Voor altijd waar. Voor altijd stevig en vast.
Dank U, Heer!
Voor Uw eeuwige standvastigheid. Voor uw betrouwbare liefde. Voor onveranderlijke karakter vol trouw. Ook voor mij. Dat grassprietje. Wonderlijk. Onbegrijpelijk. Wat een feest!
Dank U, mijn maker, mijn God.
Dank U voor uw woord. Waar. Vast. Eeuwig.
Amen
Hoor, een stem zegt:
“Roep!”
En een stem antwoordt:
“Wat zou ik roepen?
De mens is als gras, hij bloeit als een veldbloem.
Ja, als gras is dit volk.
Het gras verdort en de bloem verwelkt
wanneer de adem van de Heer erover blaast.”
Het gras verdort en de bloem verwelkt,
maar het woord van onze God houdt altijd stand.
Jesaja 40: 6-8 (NBV)