Het is maandagochtend. 9 uur. Het is helemaal stil in huis. Voor het eerst in zes weken is het stil. Geen voetjes die dansen op de houten vloer. Geen lego dat door de bak geschroven wordt op zoek naar dat ene stukje. Geen “mama, mama, mama….”. De kussens op de bank hoeven niet te vrezen om door de kamer te worden gesmeten door enthousiaste (of boze) kinderhanden. Zelfs de schommel hangt stil.
Na zes weken vol gekte, chaos en blijheid (en de nodige meltdowns en moeiten, natuurlijk) zijn de kinderen weer naar school. En zit ik hier in de stilte aan de keukentafel. Het is goed. Het is raar. Onwennig. Het huis voelt uitgestorven. Maar ook vredig.
Ik wil lezen, lekker op de bank opgekruld. Ik wil schrijven, uren weg typen. Iets in me verlangt naar het bijwerken van het huishouden en de boodschappen, maar nee, die taken negeer ik nog even.
Ik zit hier en laat de stilte over me heen wassen. Ik maak een cappucino voor mezelf en zet een CD op van Rend Collective. Mijn benen op de stoel tegen over me. Ik hang achterover… ontspan!
Na al die weken van heerlijk genieten. Van kei en keihard werken. Van dag en nacht verantwoordelijk zijn voor vier kinderen. Van opvoeden, bijsturen, aanmoedigen en de schommel duwen verdien ik dit! Rust. Stilte. Even niks.
Je verdient het…
Dat tv programma kijken, nog een chocolaatje, een middagje rust, een groter huis, een nieuwe trui.
Ik denk aan dat reclamebord dichtbij ons vorige huis. Het stond langs een veel bereden weg, op het terrein van een prachtig, luxe appartementencomplex. “Find your home here. You deserve it!” (vind je thuis hier, je verdient het.).
Oja, verdien ik het?
Verdien ik het om niks te doen. Om mezelf te verwennen met wat lekkers? Verdien ik een vakantie? Een dagje in een spa? Een avondje uit?
Verdien ik het?
Heb ik niet gister tegen mijn dochter geschreeuwd? Zonder reden boos geworden op mijn zoon? The husband niet de respect gegeven die hij hoort te krijgen van me? Mijn vriendin in de steek gelaten door niet echt naar haar hartswoorden te luisteren. Die vrouw in nood genegeerd omdat het me ‘niet echt uit kwam’.
Meestal ben ik op mezelf gericht. Mijn dagindeling. Mijn wensen. Mijn doelen. Mijn agenda. Mijn tijd. Mijn gevoelens. Mijn koffie. Mijn welverdiende rust. Ik, ik, ik…
Wat ik verdien?
Ik durf het bijna niet te typen. Voel me een enorme Debbie Downer, maar ik geloof dat het Gods woorden zijn voor ons. En dus schrijf ik ze toch. Dit is wat ik verdien:
Ik heb gezondigd en verdien het om de heerlijkheid van God te missen. Om ver van de Heer en zijn kracht en majesteit te leven. (Romeinen 3: 23, 2 Tessalonicenzen 1: 9).
God heeft “de eeuwigheid in mijn hart gelegd” (Prediker 3: 11), mij eeuwigheidsbesef gegeven. Hij heeft het doel voor mijn en jouw leven gegeven: met Hem leven. Hem genieten en eren. Hem weerspiegelen. Wat een hel is het dan om voor eeuwig, elk moment, altijd, van Hem verstoten te zijn. Om alleen met mezelf te moeten leven.
Vaak leef ik ten diepste alleen voor mezelf. Op mezelf gericht. IK in het middelpunt.
Zoek ik mijn geluk in tijdelijke dingen. In een mooi huis. Lekker eten. Roem. Comfort. Genot. Kennis.
Oh, wat mis ik mijn doel!
Zelfs na zes weken van kei en kei hard werken. Van dag en nacht verantwoordelijk zijn voor vier kinderen. Van opvoeden, bijsturen, aanmoedigen en de schommel duwen verdien ik… niets.
Terwijl ik hier zo zit -mijn handen omklemmen de cappucino, mijn voeten bewegen mee op de maat van de muziek- komen Jezus zijn woorden in mijn gedachten:
Mijn genade voor jou is nieuw elke morgen!
Ik heb je vrijgesproken!
Ik ben gekomen om je leven te geven in al zijn volheid.
(Klaagliederen 3: 23, Romeinen 3: 22, Johannes 10: 10)
Drinkend van mijn koffie valt het me op dat de zon door de wolken is gebroken en naar binnen schijnt. Nee, ik verdien het niet. Maar mag ik er daarom niet van genieten?
Oh ja, ik geniet er van. Met volle teugen! Ik dank God, wat een luxe, wat een vrijheid. Wat een genade. Hij zegent mij met Zijn aanwezigheid. Met een overvloed aan luxe. Met geld om een nieuwe trui te kopen en het leven te vieren. Met tijd om te mogen stil zitten en te zijn. Met de rijkdom van een groot huis. Vrienden om me heen. En de mogelijkheid voor een vakantie en een avondje uit.
Misschien kan ik wel gaan wennen aan deze vredige stilte in een uitgestorven huis.
Ik pak de chocola. En geniet.
Oh nee, ik heb het niet verdient. Maar misschien daarom smaakt het me vanochtend nog wel lekkerder!