Vandaag nam ik ontslag. Op staande voet.
Sterker nog. Op blote voeten. Ik liep nog in pyjama. We hadden het ontbijt nog niet eens op. De koffie stond nog koud te worden. En ik nam ontslag.
Gisteravond had meneer #4, de vierjarige, al zijn oplossend vermogen uitgebreid ons laten horen.
Toen we hem vertelden dat hij de puzzelbal bij opa en oma mocht laten voor als zijn neven er mee wilden spelen, zag hij niet in waarom de bal niet mee naar ons huis mocht: “Dan komen mijn neven toch bij mij met de bal spelen!”
Toen the husband vertelde dat hij ons allemaal eerst thuis zou afzette voor hij #2 ging halen, klonk er van de achterbank: “En dan vergat papa mij per ongeluk uit de auto te halen en ging ik dus mee #2 halen en dan kwam ik met papa en #2 terug naar huis.” Per ongeluk!
Zo ging het nog even door met briljante oplossingen voor problemen die ik niet eens zag.
En toen kwam vanochtend…
Nadat meneer #4 me al een talloos aantal keren had verbeterd, of verbaal proberen te verslaan kwamen we aan bij het voorval, de druppel, die de emmer deed overlopen: het gesprek over genoeg melk.
Als wijze, allesoverziende moeder, vond ik dat #4 genoeg gedronken had. Uiteraard was hij het daar niet mee eens.
Ik: “Je hebt twee bekers melk op, ik vind het genoeg voor nu.”
#4: “Ik heb geen twee bekers melk op. Ik had eerst de eerste en toen de tweede!”
Ik: “Inderdaad. Je hebt dus twee bekers melk leeg gedronken.”
#4, zeer volhardend: “Nee, ik had er niet twee op! Ik dronk eerst de EERSTE en toen de TWEEDE!”
Ik begon nu mijn punt met visuele ondersteuning te verdedigingen: “De eerste dronk je leeg,” zeg ik terwijl ik mijn duim uitsteek, “en toen de tweede,” ik voeg mijn wijsvinger er bij. “Kijk, dat is dus twee, kijk maar, 1 en 2.” Tel ik op mijn vingers.
Nu ben ik zeker van dat hij overtuigd is, ik bedoel, zoveel logica daar kan toch zelfs geen vierjarige om heen?!?
#4 keek me meewarig aan en antwoord: “No comprendo!”
No comprendo!
Zucht….
Dus nam ik ontslag. Op staande voet.
Sterker nog. Op blote voet.
Maar mijn ontslag werd geweigerd.
En dus at ik mijn broodje op. En dronk de koude koffie.
Nam de vierjarige bij de hand.
Op weg een nieuwe dag in.