Het schijnt in meerdere gezinnen voor te komen.
Kieskeurige eters…
Elke avond weer sta jij -of je partner- al je liefde te storten in een gezonde, voedzame maaltijd voor het gezin, om dan alleen maar lange gezichten te ontmoeten aan de tafel.

Maar na vandaag niet meer! Vandaag hier, bieden we je dé geteste methode die met groot succes is toegepast, afgerond en absoluut geslaagd mag heten. Vanaf vandaag geen gezeur over eten meer! Goed dat je er bent!

Lange tijd ging het zo bij ons aan tafel. #1 was een jaar of vier, vijf. Zodra de pan op tafel kwam riep hij al: “Lust ik niet.” Om dan, met gezonde tegenzin, zijn hele bord leeg te eten. Soms veranderde hij zelfs na een paar happen van mening en besloot dat het toch eigenlijk best lekker was.
‘Lust ik niet’ is niet de meest bemoedigende opmerking die je kan krijgen als je je net weer hebt lopen uitsloven in de keuken, maar ach, het ging nog wel. En, zo redeneerde ik, het zal wel een leeftijdsdingetje zijn. Gaat vanzelf weer over.

Dat ging het ook. Het ging over.
Maar er voor in de plaats kwam iets ergers. Een welgemeend zeuren. Klagen. Mopperen. Jammeren. Over elke maaltijd. Elk hapje. Elk ingredient.

Behalve als het om appels ging.
Wat wil je eten? Appel.
Wat voor een muffins wil je? Appel.
Wat wil je op je pizza? Appel.

Daarnaast waren er nog een aantal dingen die “wel goed” of op z’n minst “redelijk eetbaar” werden gelabelt. Maar ook dat werd elke dag minder. Het duurde niet lang of het enige acceptabele wat ik -in de ogen van #1- kon bieden als avondeten was vissticks.

Elke dag dat zijn geweeklaag erger werd, werd mijn gelatenheid wat minder.
Bij de zoveelste jammerklacht stelde ik hem voor om dan zijn eten te laten staan en een week lang alleen vissticks te eten. Maar nee, dat ging hem toch net iets te ver.

Tot die ene dag…
Op zijn bord lagen nog een paar happen rijst. Maar #1 vertikte het om ze te eten. Elk mens snapt toch dat het regelrechte kindermishandeling is als hij dat moest eten? Hij wilde meer vissticks!

* Oh, want je lust alleen vissticks?
– Ja, en appel en aardbei.
* Oke, wat dacht je van een week lang alleen vissticks, appel en aardbei?
– Nee, tien dagen.
* Prima, tien dagen.

Echt. Zo makkelijk was het geregeld.
We hadden een deal!
Hij hoefde zijn bord niet meer leeg te eten. Tenslotte was het rijst. En geen vissticks. Geen appel. En ook geen aardbei. Tien dagen lang mocht hij eten wat hij wilde. Vissticks, appel en aardbei. Voor ontbijt, voor lunch, voor dinner, voor snack. Vissticks, appel en aardbei.
Zonder klagen.

Heel eerlijk. Ik had er niet zo’n vertrouwen in.
Het was een regelrechte gok.
Een wanhopige moeder die het zeuren, klagen en onderhandelen zo zat was.
Ik appte een vriendin die me gelukte wenste en een gebed voor me zou zeggen.
Dat zouden we nodig hebben, was ik zeker van.

De eerste dag verliep verbazingwekkend goed. Voor het slapen hield hij trots negen vingers op. Zoveel dagen nog alleen vissticks, appel en aardbei.

De volgende ochtend na het ontbijt -ja, inderdaad met vissticks, appel en (diepvries!) aardbei-, wilde hij God danken voor de chocola die we eerder die week hadden gekregen van vrienden. Ik legde hem uit dat hij er niet van mocht eten. Maar dat wist hij heel goed, en dat was prima. Over nog maar acht dagen mocht wel. Geen gemopper, geen geklaag, geen onderhandelingen.

In de winkel zag hij kaas. Of we dat konden kopen. Ik legde hem nog maar eens uit dat het visstick, appel of aardbei is. Dat snapte hij helemaal, maar we kunnen het toch voor #2 meenemen?

Het was verademend! Geen gemopper, geen gezeur.
Gewoon alleen maar duidelijkheid!

Natuurlijk was het mijn hoop dat hij zou ontdekken dat je van alleen vissticks, appel en aardbei niet kunt leven. En dat we hem daarom wel eens wat anders voor zetten.
Natuurlijk was het ons doel dat er uiteindelijk minder gezeur en negatieve uitlatingen kwamen over eten en ietsje meer dankbaarheid.

Maar voor deze eerste dagen was het een zaligheid. Nog nooit had hij zo snel, met zoveel genot en zonder klagen (!!!) zijn bord leeg gegeten. Hij had de uitdaging aangenomen en zou het volhouden ook. Tot het einde. Het bittere einde.

* * *
Acht maaltijden.
Acht keer vissticks opwarmen in de magnetron (ja, denk maar niet dat ik de oven elke keer ging opwarmen daarvoor!), appels snijden, aardbeien in stukken.
Acht keer at #1 met veel plezier en in een rot-tempo zijn bord leeg.

Elke dag hadden we er wel een paar gesprekken over. Over waarom hij vissticks at en of hij niet liever weer alles wilde eten.
Minstens drie keer per dag moest hij zijn tandenpoetsen, want men, wat gaat dat meuren!
Elke ochtend kwam ik half kokhalzend bij de magnetron vandaan met een bordje stomende sticks. Bah! Vissticks als ontbijt…

Toen werd het vrijdagavond…
Bij het naar bed gaan praat ik voor de zoveelste keer met #1 over het eten. Hij verteld me dat als er voortaan iets is wat hij “niet zo lekker vindt” dat hij het zal proeven en dan vanzelf wel lekker gaat vinden. Wat een inzicht!
The husband  en ik kijken elkaar vol blijdschap aan! Zouden we echt van die stomme vissticks af zijn? Voor de zekerheid vraag ik #1 nog even: “Dus vanaf morgen eet je weer alles?” Waarop hij me aankijkt alsof ik net voorstel om in de stort regen op straat te gaan slapen: “Nee, gewoon alleen vissticks, appel en aardbei.”
Oja, gewoon. Dat was ik alweer vergeten. Voor jou is dat heel gewoon.

De volgende ochtend probeer ik het weer dit keer met een slim plannetje. “Als ik #2 nu aanpraat dat ze poffertjes voor het ontbijt wil, dan draait hij vast wel bij,” is mijn gedachte. Helaas snapt dochterlief niet de urgentie van deze zaak -blijkbaar heeft ze minder last van inmiddels de alles overheersende stank…- en heeft liever een boterham met pasta. Tja.

Het humeur van #1 werd er na een paar dagen voedingstoffen te kort niet echt beter op. Er werd niet meer geklaagd over eten (wat valt er te zeuren over vissticks, appel en aardbei?), maar over elk ander onderdeel van onze dag, ons leven werd gemopperd.
Na de lunch blijft de eigenwijze appelvretende-kleuter zeggen dat hij zo’n honger heeft. Ik vertik het om nog meer vissticks voor hem te gaan verwarmen. Dus geven we hem nog maar eens een lesje. Eten doe je om goed te kunnen functioneren. Als je een lege maag hebt is dat lastiger. Vissticks, appel en aardbei zijn overduidelijk niet genoeg om je maag te vullen…

Uit hopelossheid gooien we de volgende truc in de strijd.
“Papa en ik hebben net besloten dat we vanavond uit eten gaan.”
We leggen uit dat het best vervelend is voor hem. Dan kan hij niets eten.
“Maar ik wil dan frietjes.”
“Is dat visstick, appel of aardbei?”
….

Dat moment….
Na acht maaltijden en een niet te tellen aantal gesprekken is het eindelijk zo ver!
Hij zwicht!!

Onoverwinnelijk voelde ik me!
Deze mama had het voor elkaar!
Schouderklopjes en complimenten deze kant op graag… Dank u!

Maar al bij het eerste het beste eet moment gaat het mis.
Wat denk je dan? Hij wil geen muffin voor snack. Z’n ouders geven hem geen fruit… (toch vreemd, want zoveel fruit heeft hij toch niet gehad in de afgelopen drie dagen, maar gemiddeld 3 appels per dag en weet-ik-hoeveel aardbeien).

Gelduldig als we zijn leggen we het nog maar eens uit. Je mag kiezen: of alleen vissticks, appel en aardbei of zonder mopperen alles eten wat we je geven. “En oja, vanavond gaan we uiteten,” voegen we nog toe. (We zijn niet alleen geduldig, maar soms ook best heel geniepig.)
Met een verslagen gezicht en hangende schouders geeft hij zich dit keer echt over.

De weken erna?
Ik kan je verzekeren: qua eten hebben we nooit zo’n voorbeeldige jongen gehad als toen! Kwam er iets op zijn bord wat hij niet lust of kent dan kijkt hij er een beetje bedrempeld na, probeert het en zegt: “Deze vind ik minder lekker.” Om vervolgens zijn bord leeg te eten.
Deze vind ik minder lekker… Werkelijk, ik wist niet dat zulke zinnen als muziek in de oren konden klinken.

Zelf nu, jaren na deze test komt het nog wel eens ter sprake. Heel handig, we hoefden het experiment maar eens uit te voeren. De les wordt vanzelf door gegeven van #1 op #2 op #3 en nu zelfs naar #4…

Al hoewel…

Toen ik vanmiddag eten stond te koken kwam #4, de nu eigenwijze, appeletende kleuter, naar me toe.
“Eten we vissticks?” vroeg hij verwachtingsvol, terwijl hij toekeek hoe ik de rijst klaarmaak.
“Nee,” moest ik hem teleurstellen.
Dramatisch liet hij zichzelf op de grond zakken, huilend brult hij: “ik lus geen rij-ijst! Ik wil vissticks!”

Ik ga maar weer eens een voorraadje vissticks en diepvries aardbeien aanleggen denk ik.
En dan thuis ook maar mondkapjes verplicht stellen. Nog niet zo’n gek idee die dingen!