Mijn zoon is boos op me en mijn dochter loopt kwaad stampend de kamer uit. De buurman roept me tot verantwoording en zelfs de mevrouw in de rij achter me in de kerk sist boze woorden tussen haar lippen door.

Wie ben ik, dat ik denk te mogen schrijven voor anderen. Wie ben ik, dat ik denk moeders te mogen aanmoedigen. Als ik zelf de vrede niet kan bewaren in mijn huis en om me heen?!

De vieze, soms zelfs stinkende was ligt opgestapeld voor de machine. Ik ben te laat op het schoolplein en mijn werk deadline voor maandag is door planningsprobleempjes nooit gehaald.

Wie ben ik, dat ik denk anderen te mogen enthousiasmeren. Wie ben ik, dat ik mede-moeders hoop te bemoedigen in hun dagelijkse taak met eeuwigheidswaarde. Als ik zelf de boel niet eens op orde kan houden?!

Ik kijk naar mezelf, ik wik en ik weeg. Het oordeel? Te kort.
Ik schiet te kort.

Als mensen -en misschien nog wel meer als vrouwen, als moeders- hebben we de neiging om onszelf te meten en te jureren, onszelf negatief te beoordelen. We zeggen of denken regelmatig: “Ik vind mezelf niet leuk.” Of “ik ben niet goed genoeg.” Niet mooi genoeg misschien of niet capabel. Je vindt jezelf falen of gewoon ronduit lelijk en een mislukkeling.

Wat beoordelen we onszelf vaak he?! Is het je wel eens opgevallen: je neemt een groepsfoto, wat is het eerste dat we doen? Inderdaad, naar onszelf kijken en zeggen: “Wat sta ik er mutserig op zeg!” Of: “Wat zit m’n haar suf!”
Wat zijn we op onszelf gefocust he?! Waarom kijken we niet eerst naar het grote geheel, roemen we de fotograaf om zijn of haar kwaliteiten, de leuke kleursamenstelling en hoe mooi alle mensen in de groep (inclusief ik/jij!) daarin passen.

Terwijl ik dat alles overdenk en vooral druk ben met mezelf te jureren lees ik dit:
Alleen als we de kern van het evangelie benadrukken, dat we in Christus geliefde zondaars zijn – zo geliefd dat we niet hoeven te wanhopen als we fouten maken, zo zondig dat we het recht niet hebben om ergens trots op te zijn als we iets goed doen – alleen dan kunnen we onze toehoorders [of in mijn geval lezeressen] helpen om aan de twee spirituele uitersten van het moralisme te ontkomen.” (1)
Waarom ik het, samen met Tim Keller, zo belangrijk vind om mezelf en jullie voor moralisme te beschermen? Omdat ik jou en mij van harte gun dat we volkomen tot ons recht komen: levend in relatie met God. De God die ons volkomen lief heeft. De God die elke keer “like” klikt als Hij ons voorbij ziet komen. Altijd!
Mijn blogposts zijn niet een aansporing om ‘nog beter je best te doen’. Ik wil mezelf niet afvallen, omdat ik mijn zaakjes niet op orde heb of ik met een bord op mijn kop lijk rond te lopen ‘wordt gerust boos op me’. Ik wil jullie een “oproep doen om te leven uit geloof in het werk van Christus” (2), niet in je eigen werk, je eigen kunnen, je eigen schoonheid of kwaliteiten, maar Zijn werk!
Als we de Bijbel lezen, als we ons werk doen, als we door het leven gaan, als we twijfelen aan onszelf en al het andere, als we onze kinderen verzorgen en opvoeden, altijd is er die ene vraag: “Gaat het in feite om mij of gaat het over Jezus? Met andere woorden, gaat het over wat ik moet doen of ten diepste over wat Hij heeft gedaan?” (3)

Is de motivatie voor mij om dingen te doen en de manier van mijzelf beoordelen, een mengeling van angst en trots?
Angst om te kort te schieten. Wat resulteert in harder werken, meer mijn best doen, en nog meer de wetten en regels houden? Met andere woorden: mijzelf redden?
Trots uit een gevoel van eigenheid en eigenwaarde, werk ik aan zelfverwezenlijking, het ontdekken van mijn dromen en verlangens en die uit laten komen. Mat andere woorden: mijzelf redden?

Angst en trots, schaamte en hoogmoed.
Als mijn kind even niet zo beleefd is en daarom een snauw van de mevrouw achter me in de kerk krijgt, voel ik me dan angstig en schaamtevol omdat ik gefaald zou hebben als moeder?
Zie ik mijzelf als een secret supermom, verwacht ik dingen van mijzelf die niet aan mij zijn? Zijn mijn verwachtingen van mijzelf hoger dan wat ik van jou verwacht? (Ik reken jou er namelijk niet direct op af als je kind eens minder beleefd is!)
Ik wil dus alles goed doen. De controle hebben over mijn huis en agenda en mijn kinderen. Ik wil goed zijn. Het is mijn afgod, mijn trots.

Wie zegt dat het niet goed genoeg is? Dat ik niet goed genoeg ben? IK.

Hoe kom ik van dat zelf beoordelen en jureren af?
Niet door gewoon te proberen minder oordelend te zijn. Trust me, I tried!

Net zagen we al dat wij Gods geliefden zijn.
Wat als ik nu eens Hem op de troon van goed en kwaad laat zitten? Jezus op de troon, in plaats van Mrs. V.
Wat als ik nu eens niet elke dag probeerde te werken aan zelf-verbetering, maar de Heilige Geest vraag in mij te werken om mijn stenen hart te breken?

Daarom lees ik dagelijks mijn Bijbel, kom ik samen met andere vrouwen die Jezus zoeken, om Zijn stem te kennen en te herkennen. Hij zegt: “Als je je slecht voelt, te kort komen, falend, moe. Kom naar Mij. Luister naar Mijn stem. Luister naar Mij om te horen hoe je over jezelf mag denken. Laat Mij zitten op de troon van het beoordelen.” (4)

Het maakt niet meer uit wat ik denk, of ik mezelf zie als goed of slecht.
Het gaat om hoe God over me denkt.
Ik zal altijd aan mijn eigen verwachtingen te kort doen. Maar bij Hem mag ik mijn rust vinden.
Jezus kwam voor mij. Hij stierf voor mij. Hij kocht mij met Zijn bloed. Gods liefde deed Hem opstaan uit de dood. Jezus leeft voor mij!

Ik behoor dus niet mijzelf toe. Maar Hem!
Hij is mijn Jury. En zijn oordeel luidt: GELIEFD!

In dat geval… dan kan het missen van die deadline ook wel.
En anders wordt je toch gewoon boos. Ik kan het hebben!

(1), (2), (3) Tim Keller. Preken. Geloof overbrengen in een sceptische tijd. 2016, Uitgeverij van Wijnen, Franeker
(4) http://www.naardensebijbel.nl/tekstvandeweek/matteus-11-25-30/