Het was weer zo’n typische ochtend. Ik voelde de noodzaak om iedereen achter de broek aan te zitten en meerdere keren te moeten vertellen wat de volgende stap was. Ergens tussen die chaotisch, gezellig, stress met ik-wil-niet-naar-school-boosheid door vloog er eentje die in haar verlangen naar goedkeuring en bevestiging het perfecte wezentje probeerde te zijn en al op de fiets richting school zat voor ik überhaupt wist wat we zouden eten voor ’t ontbijt (oke, I’ll admit, een lichtelijke overdrijving hier).
Toen ik haar, een paar meter voor school, eindelijk had bijgehaald was ze buiten adem. Haar benen deden zeer en ze zag er vermoeid uit.